Het veld van relatieproblematiek en scheidingen van ouders mist een gestandaardiseerde en gemeenschappelijke taal bij scheiding.
Als het ware een gereedschap, een rolmaat, om snel en efficiënt de ouderlijke strijd in beeld te krijgen, waarbij je metingen doet van de frequentie, intensiteit, duur en of deze zo lang aanhoudt dat je ervan uit kunt gaan dat de kinderen, maar ook de ouders, zijn blootgesteld aan psychisch en fysiek schadelijke omstandigheden. Die rolmaat is het Classificatiesysteem bij scheiding en/of ouderlijke strijd (CSO) en is in het boek "Terugdringen van psychisch lijden van ouders en kinderen bij scheiding", in hoofdstuk 15, paragraaf 15.4, blz. 238 'tot op de millimeter uitgewerkt. Gestandaardiseerde maatvoering is niet alleen handig en werkbaar voor professionals, maar ook voor ouders met onderlinge problemen, om een beeld te krijgen van waar ze staan ten opzichte van elkaar of waar ze aan toe zijn. En natuurlijk is de rolmaat ook bruikbaar voor partners zonder kinderen.
Door het ontbreken van een gemeenschappelijke gestandaardiseerde taal van begrippen, definities, maatstaven, standaarden en criteria, is het ook erg moeilijk of vrijwel onmogelijk om passende hulp te kiezen en te bieden. Het is deze lacune en de daarmee gepaard gaande onzekerheid dat ouders het uiteindelijk ‘niet meer zien zitten’ en de deskundigen niet meer weten met welke hulp de ouders en hun kinderen het beste gebaat zijn. Door het ontbreken van gestandaardiseerde meeteenheden wordt tijd verloren en wordt pas geïntervenieerd, bijvoorbeeld door een uitspraak van de rechter, als het feitelijk te laat is. En dan is nog maar de vraag of de ouders zich kunnen vinden in de uitspraak en of zij zich zullen houden aan eventueel daarin opgenomen aanwijzingen. Als de strijd tussen de ouders is geëscaleerd, waarbij zij samen geen afspraken kunnen of willen maken, de communicatie en contact tussen hen is geblokkeerd, dan kun je ervan uit gaan dat er sprake is van disfunctioneel ouderschap en schadelijke omstandigheden voor de kinderen, maar ook voor de ouders zelf.
Als we geen gereedschap of instrumentarium hebben om de risicofactoren, de knelpunten, patstellingen of blokkades te kunnen exploreren, dan kunnen we geen passende hulp bieden en dan heeft niemand een kans (gehad) om het goed of beter te doen; noch ouders, noch kinderen, noch professionals. Dan is escalatie van strijd tot het dramatisch dieptepunt van destructief of geblokkeerd contact tussen ouder(s) en kind(eren) en ook tussen de ouders niet te voorkomen.
Zo ver mogen we het niet meer laten komen. Dat kan met Conflictdiagnostiek.